Op de thee in Malawi
Nu en dan vind ik het leuk om buiten de ‘comfortzone van West-Europa’ te treden en me bezig te houden met vrijwilligerswerk. Meestal gebeurt dat in samenwerking met Exchange, een vzw die ondersteuning biedt aan privéondernemerschap in het Zuiden. Het meest recente project waaraan ik mocht meewerken, situeert zich in Malawi (“Lara, waar ligt dat?”, hoor ik je denken. Wel, zo’n 12.000 km zuidwaarts tussen Mozambique en Zambia). De afgelopen drie jaar zetten we daar een groeiprogramma op voor Satemwa, een duurzame theeproducent die werkt met smallholders: theeboeren die kleine stukken land bezitten en dankzij de coöperatie een faire prijs krijgen.
Op zich een mooi verhaal dus. Alleen is Satemwa erg afhankelijk van de internationale theemarkten. Grote spelers als Lipton, Pickwick en Twinings gaan met het merendeel van de winst lopen. Enkele jaren terug is daarom geopperd om meer te gaan diversifiëren. Door Speciality Teas te ontwikkelen, zou Satemwa onder eigen naam kapitaalkrachtige buitenlandse markten kunnen aanboren. Een ambitie die twee grote uitdagingen met zich meebracht, waar wij met Exchange mee de schouders onder zetten: de productie optimaliseren om het nodige kwaliteitscertificaat te behalen én een marketingstrategie ontwikkelen om de nieuwe thee effectief aan de man te brengen.
Contacten met Vlaams ondernemers faciliteren
Als programmacoach was het mijn taak het traject drie jaar lang mee uit te stippelen en te begeleiden. Dat gaat van het mee in kaart brengen van de situatie tot het vinden van de juiste partners, bijsturen waar nodig en rapporteren over de resultaten. Ik deed met andere woorden wat ik elke dag doe, alleen in een compleet andere context. Iets wat mij enorm inspireert. Als facilitator is het mijn doel (mentale) ruimte te creëren en de groep richting te geven om oplossingen te vinden voor specifieke uitdagingen. In dit geval was daar een heel menselijke factor aan verbonden: slagen in het opzet betekende dat vele boeren en hun families hun manier van leven kunnen behouden en zelfs verbeteren.
Twee Vlaamse organisaties stapten uiteindelijk mee in het programma. Marketingspecialist ‘Comma, merkenmarketeers’ stond Satemwa met raad en daad bij voor de ontwikkeling van de merkidentiteit, website en andere marketinginstrumenten. Kruidenbedrijf ‘Stop Spices’ toonde zijn praktijkexpertise rond certificering en digitalisering. Daarnaast leverden verschillende andere experten en zelfs studenten internationaal ondernemen van KDG een bijdrage.
Het resultaat na drie jaar is er. De vernieuwde identiteit staat er en de website is opgefrist. En binnenkort mag Satemwa een bezoek verwachten van de auditors die zullen beslissen over het beoogde certificaat, iets waar we met veel vertrouwen naar uitkijken: de internationale markt mag zich straks verlekkeren op een kopje Specialty Tea!
Digitaal jamboard
Wat nu? Dat is de grote vraag. Want hoewel de eerste hordes genomen zijn, ligt er nog veel werk op de plank. Een bio-certificaat zou voor Satemwa welgekomen zijn, net zoals de validatie van de gezondheidsvoordelen van de thee. Daarnaast is er onderwijs en opleiding nodig om daaraan tegemoet te komen.
De voorbije drie jaar verliepen heel wat contacten via Whatsapp en Skype. Ook de laatste brainstorm gebeurde via videocall, alleen faciliteerde ik die op een andere manier: door middel van een digitaal jamboard. Het was geweldig om de voordelen van ‘remote werken’ in te zetten in Malawi. De verwachtingen voor een nieuw programma krijgen zo stilaan vorm. Op naar een nieuwe webcall en dan zien we verder!